Net zoals in SolidWorks kan ook in AutoCAD een entiteit op verschillende manieren bewerkt worden. Veelgebruikte methoden zijn te zien in het onderstaande menu:


Alle bewerkingsmogelijkheden zijn op  te roepen via het modify menu:


Nu is het echter zo dat in het algemene menu voor elke getekende entiteit een eigenschappenmenu bestaat waar een en ander aangepast kan worden.

• Klik eerst op een entiteit
•  Klik op (boven het layer-menu)of;
•  typ "CTRL+1" (=CTRL en 1 tegelijk)
• Er verschijnt nu een menu waar bepaalde eigenschappen gewijzigd kunnen worden.

Entiteiten in hun geheel wissen
Om entiteiten in hun geheel te wissen moet het volgende gedaan worden:

• Klik op een entiteit en dan op DEL of:
• Klik op, selecteer een entiteit en druk op ENTER
   

Entiteiten kopiëren
Kopiëren kan op 3 manieren; de 2 manieren die vrijwel in elk windows programma zitten en via AutoCAD.

• In de algemene menubalk zitten de icoontjes voor knippen, kopiëren en plakken. De sneltoetsen CTRL+x, CTRL+c en CTRL+v werken ook.
• Een nauwkeuriger methode is die van AutoCAD. Klik eerst op. Selecteer vervolgens de entiteit. Geef dan het beginpunt aan. De uiteindelijke kopie kan je vervolgens, al slepende, op een afstand x,y van dit punt zetten.

Spiegelen in AutoCAD
Spiegelen in AutoCAD bestaat uit 3 stappen.

• Klik op en vervolgens op wat gespiegeld moet worden
• Het eerste wat gevraagd wordt is de lijn waarover een entiteit gespiegeld moet worden. Deze lijn bestaat uit 2 punten
• Geef vervolgens het 2e punt aan die de spiegellijn vormt
  In het scherm is nu ook te zien hoe het spiegelbeeld eruit zal zien indien de spiegellijn aangemaakt wordt.
• Als laatste wordt gevraagd of het origineel gewist moet worden
   

Offsets in AutoCAD
Net zoals in SolidWorks is een offset een AutoCAD een grotere/kleinere versie van een tekening om/in een tekening.

• Klik op
• Het eerste wat gevraagd wordt is de afstand offset-origineel
   
• Selecteer vervolgens de entiteiten waarvan een offset aangemaakt moet worden
  
• Als laatste moet aangegeven worden of de offset in of om het origineel geplaatst moet worden. Klik hiervoor willekeurig in of om het origineel
   

Patronen in AutoCAD
In SolidWorks kan er gekozen worden voor een circular pattern en een linear pattern. Ook bij AutoCAD kan dit gedaan worden, alleen heten ze hier arrays.

• Klik op
   
• Nu moet er een keuze gemaakt worden of er een polar array aangemaakt moet worden of een rectangular array. Deze keuze kan gemaakt worden door bovenin een van de opties aan te vinken. Het menu zal zich vervolgens ook aanpassen. 
  
  
• Vervolgens moet gekozen worden welke entiteit er gebruikt wordt voor het patroon. Klik hiervoor eerst op. Selecteer vervolgens de entiteit en druk op ENTER.
   
• Bij een rectangular array moeten vervolgens 2 offsets worden ingevuld dit zijn de afstanden in de x,y-richting tussen de entiteiten in het patroon. Bij een polar array moet het centrum waar het patroon om heen draait gekozen worden.

Entiteiten verschuiven in AutoCAD
Het verschuiven van entiteiten in AutoCAD kan heel precies, omdat bijvoorbeeld de coördinaten waarover verplaatst moet worden ingevuld kunnen worden.

• Klik op
• Selecteer vervolgens de entiteit en druk op ENTER.
• Geef dan het beginpunt aan, van waaruit er verplaatst moet worden.
• Vervolgens kan het object ergens heen gesleept worden of kunnen de coördinaten worden ingetypt.

Entiteiten roteren in AutoCAD
Ook roteren gaat heel precies

• Klik op
• Selecteer de entiteit en druk op ENTER
• Geef ook nu weer een startpunt aan, dit is het punt waarom geroteerd wordt.
  
• Nu kan met de muis de entiteit gedraaid worden of er kan een hoek ingevuld worden.
  

Knippen in AutoCAD
In Solidworks wordt er gebruik gemaakt van een speciale schaarfunctie. Deze functie wordt in AutoCAD uitgevoerd door de andere entiteiten. Ter illustratie zijn hieronder 2 rechthoeken getekend door middel van



Met groene pijlen zijn 4 lijnen aangegeven die weggeknipt moeten worden. Deze 4 lijnen vormen de kleine rechthoek.

• Klik op
• Nu wordt eerst gevraagd welke entiteit als schaar gaat optreden. In het voorbeeld wordt de rechtop staande rechthoek gekozen. Wat belangrijk is, is dat de 2 verticale lijnen van deze rechthoek (aangegeven met de horizontale groene lijnen) nu als schaar zullen dienen, nadat er op ENTER is gedrukt.
• Als nu de linkerlijn (schaar) wordt bekeken dan is te zien dat deze snijdt met een horizontale lijn (de breedte van de horizontale rechthoek). Als van dit horizontale lijnstuk nu het linkerstuk wordt aangeklikt dan zal dit weggeknipt worden. Voor dit voorbeeld moet echter het rechterstuk van de horizontale lijn weggeknipt worden (aangegeven met een verticale groene pijl) en als deze aangeklikt wordt, dan zal deze verdwijnen.

Fillet in AutoCAD
Ook in AutoCAD kunnen scherpe hoeken vervangen worden net zoals in SolidWorks. In AutoCAD moet er wel op het tekstvak gelet worden.

• Klik eerst op
• wat nu te zien is, is. Het pijltje wat naar beneden wijst geeft aan dat er in het tekstvak opties beschikbaar zijn.
   
• Omdat fillet een cirkeldeel is, moet eerst aangegeven worden welke radius dit cirkeldeel moet hebben. Typ "r" en geef vervolgens de radius aan.
  
• Vervolgens wordt weer gevraagd om het eerste object te selecteren.
   
• Geef vervolgens het 2e object aan wat een hoek vormt met het eerste object
  
• De fillet wordt vervolgens aangemaakt. De originele hoek wordt niet verwijderd (indien NOTRIM aanstaat in het tekstvak).

Chamfer in AutoCAD
De andere mogelijkheid om scherpe hoeken weg te werken is door middel van chamfer.

• Klik op
• Ook nu moet er eerst in het tekstvak iets aangegeven worden; de distance. Als naar het icoontje gekeken wordt dan stellen beide distances de lengte van de stippellijntjes voor.
  
• Geef vervolgens net zoals bij fillet de 2 entiteiten aan.