Als het programma opgestart wordt, kan gekozen worden in welke instelling er gestart moet worden. Om te beginnen moet er gekozen worden voor 'classic'. Het onderstaande scherm hoort dan te zien zijn.
Met pijlen is het een en ander aangegeven:
- De witte pijl geeft het aantal layers weer
- De blauwe pijl geeft een menu aan waar de kleuren voor layers gekozen kunnen worden
- De rode pijl geeft de tekenmogelijkheden weer, deze opties zijn vergelijkbaar met de sketch-knoppen binnen SolidWorks
- De groene pijl geeft de bewerkingsmogelijkheden weer, zoals fillet en chamfer
- De gele pijl geeft het tekstveld aan waarin commando's getypt kunnen worden
- De oranje pijl geeft statusknoppen aan die de hoofdinstellingen van het programma voorstellen
Het assenstelsel
Verder is linksonder een klein x,y-assenstelsel te zien en dit speelt een centrale rol binnen AutoCAD. Het begin- en eindpunt van bijvoorbeeld een getekende lijn wordt namelijk aan de hand van dit assenstelsel gedefinieerd. Alle entiteiten worden aan de hand hiervan beschreven. Als bijvoorbeeld een cirkel getekend moet worden moet eerst het middenpunt aan de hand van een coördinaat gedefinieerd worden.
Tekenen in layers
Een AutoCAD tekening kan opgebouwd worden uit diverse lagen wat heel handig kan zijn, indien bepaalde details uitgelicht moeten worden. Dit is iets wat bij SolidWorks niet mogelijk is. Als voorbeeld kan een plattegrond van een verdieping van een huis als voorbeeld genomen worden. Deze verdieping bestaat uit; een badkamer, keuken, slaapkamer en woonkamer. Nu is het mogelijk om voor elke kamer een aparte layer te gebruiken. Voordeel is namelijk dat layers aan en uit gezet kunnen worden. Als het bijvoorbeeld alleen om de badkamer gaat, dan kunnen de andere layers uitgezet worden.
Dit is bijvoorbeeld te vergelijken met vellen doorzichtig papier, waarvan op elk vel een kamer getekend staat. Als alle vellen bovenop elkaar liggen, dan is de gehele plattegrond te zien, maar voor een kamer is een vel al voldoende.
Voordat deze tekening gemaakt kan worden moeten er toch eerst meerdere layers aangemaakt worden.
- Klik opom in het layer property manager te komen
- Eenmaal in dit menu klik op
- Er zal nu een nieuwe layer aangemaakt worden, die benoemd kan worden en waaraan een kleur toegewezen kan worden. Hieronder is dit te zien
Als dit afgerond is en er op OK/Apply geklikt is, kan er met de layers gewerkt worden in het algemene tekenscherm. Van layers wisselen kan nu via het met de witte pijl aangegeven menu
En mocht tijdens het tekenen de kleur van een layer veranderd moeten worden dan kan dit met het menu wat aangegeven is met de blauwe pijl
Dynamische input en tekstvakinput
Als de DYN knop ingedrukt staat, dan kan met de dynamische input gewerkt worden als er op een icoon geklikt wordt. Bij dynamische input komt er een blauw vakje
met een vraag/opdracht naast de cursor te staan, zoals bijvoorbeeld:
Dit maakt het tekenen een stuk makkelijker.
Bij sommige van deze vakjes is er ook een pijltje te zien wat naar beneden wijst, zoals bijvoorbeeld de fillet-optie:
Dit pijltje geeft aan dat er in het tekstvak opties beschikbaar zijn. Voor bovenstaand vakje:
Menu's toevoegen en verwijderen
In de menu's staan de meestgebruikte opties voor een bepaalde functie ( bijv. tekenen, bewerken en dimensioneren). Bij het voor de eerste keer opstarten van AutoCAD staan alleen de menu's voor tekenen en bewerken. Om een extra menu toe te voegen:
- rechtermuisklik op een bestaand menu of op de ruimte ernaast (indien mogelijk)
- Er komt nu een mogelijkheid om via ACAD extra menu's toe te voegen. Hieronder is dit voor de dimensions gedaan door deze aan te vinken.