De eerste wet van Newton
De eerste wet gaat over het bewegen van voorwerpen met een bepaalde massa. Om een massa steeds sneller een bepaalde kant op te laten bewegen is een kracht nodig. Zo valt een voorwerp naar beneden als gevolg van de zwaartekracht.

Als een voorwerp dus geen (netto) kracht ondervindt dan is of in rust of beweegt het eenparig in een rechte lijn.

Een ander aspect van voorwerpen met een bepaalde massa is dat voorwerpen die in rust zijn moeilijk op gang te brengen zijn. Dit gaat vooral op bij voorwerpen met een grote massa. Een voorwerp met een grote massa is tevens ook moeilijker af te remmen dan een voorwerp met een kleine massa.
Je zou ook kunnen zeggen dat in beide gevallen dat hoe groter de massa van een voorwerp is, des te trager.

Een andere formulering van de eerste wet is dus: massa is traag.

De tweede wet van Newton
Als voorwerpen in beweging zijn als gevolg van krachten dan is dit een verband tussen de massa(m) en de versnelling (a).
Terugkijkend naar de grote en kleine massa krijgt een grote massa een kleine versnelling bij een (netto)kracht, terwijl een kleine massa bij diezelfde (netto)kracht een grote versnelling krijgt. Zouden de massa's gelijk zijn dan zou een grotere (netto)kracht voor een grotere versnelling zorgen.
Er staat steeds (netto)kracht omdat in de werkelijkheid vaak ook tegengestelde krachten in het spel zijn, zoals bijvoorbeeld de wrijvingskracht.
Deze nettokracht is te schrijven als:



De derde wet van Newton
Krachten komen altijd als paren voor. De een is de actie en de ander is de reactie. Beide krachten zijn evengroot, dus zijn het de massa en de versnelling die een verschil kunnen maken. Als een kanon een kogel wegschiet dan ondervinden ze beide dezelfde kracht. De massa van een kogel is echter kleiner dus zal deze een grotere versnelling krijgen.
Bij actie en reactie werken dus 2 krachten op verschillende voorwerpen. In het geval van evenwicht werken 2 of meer krachten op 1 voorwerp en heffen deze elkaar op.